Actualiteit

Ook minderjarigen onder de 12 jaar hebben voortaan een ontegensprekelijk recht om door de rechter te worden gehoord.

Het Gerechtelijk Wetboek maakt een onderscheid tussen kinderen jonger dan 12 jaar en kinderen van minstens 12 jaar.

 

Kinderen van 12 jaar en ouder worden door de rechter automatisch ingelicht dat zij kunnen worden gehoord. Bij deze inlichting zit een antwoordformulier waarop zij kunnen aanduiden of ze wel of niet gehoord willen worden.

 

Kinderen jonger dan 12 jaar werden tot voor kort niet automatisch ingelicht en werden zo goed als nooit gehoord.

 

Thans is het evenwel wettelijk verankerd dat de ouders van minderjarigen jonger dan 12 jaar door de rechter ingelicht worden over de mogelijkheid dat hun kind kan worden gehoord. Er geldt geen leeftijdsbeperking.

 

Wat staat voortaan in het Gerechtelijk Wetboek over het horen van kinderen jongere dan 12 jaar?

 

Wie kan het vragen?

 

De minderjarige die jonger is dan twaalf jaar wordt door de rechter gehoord op zijn eigen vraag, op vraag van de ouders, van het openbaar ministerie of op beslissing van de rechter zelf. Als het op vraag van de ouders is, kan de rechter gemotiveerd weigeren. Als het op vraag van de jongere of het openbaar ministerie is, kan de rechter niet weigeren.

 

De ouders worden door de rechter geïnformeerd over het feit dat hun kind een verzoek tot de rechter kan richten om te worden gehoord. In het verzoek moet wel verduidelijkt worden of het uitgaat van de jongere zelf of van zijn ouders.

 

Bijstand van een meerderjarige vertrouwenspersoon.

 

De minderjarige heeft het recht om tijdens het horen te worden bijgestaan door een meerderjarige vertrouwenspersoon van zijn of haar keuze, maar deze mogen niet partij in de procedure zijn, noch een bloedverwant tot in de tweede graad (bijvoorbeeld een grootouders) – een broer of zus mag wel. De rechter kan wel op elk ogenblik beslissen om het horen voort te zetten zonder aanwezigheid van de vertrouwenspersoon.

 

Hoe verloopt het horen?

 

Bij het horen zijn enkel de rechter, de griffier, de minderjarige en eventueel de meerderjarige vertrouwenspersoon aanwezig. De partijen (ouders) zijn niet aanwezig, maar kunnen nadien wel het verslag op de griffie inlezen.

 

Bij het begin van het horen legt de rechter uit waarom de minderjarige wordt gehoord en dat de minderjarige niet de verantwoordelijkheid heeft om het geschil te beslechten. Daarenboven licht de rechter de jongere in dat er niet noodzakelijk gevolg zal worden gegeven aan zijn verzoeken: er wordt naar zijn mening geluisterd, maar het zal geen eindbeslissingsrecht hebben. Tot slot informeert de rechter de minderjarige dat hij het recht heeft om te verduidelijken dat alle of een deel van de informatie die hij geeft vertrouwelijk is omdat de partijen in de procedure (veeleer de ouders) het verslag zullen kunnen inlezen (de vertrouwelijke informatie wordt dan niet in het verslag opgenomen).

 

Welk gevolg wordt gegeven aan hetgeen de minderjarige zegt?

 

De  minderjarige heeft geen eindbeslissingsrecht. Het is niet omdat de minderjarige het een of andere wel of niet wil, dat de rechter ook zo zal beslissen. Aan de mening van de minderjarige wordt passend belang gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit alsook met de eventuele invloed die op hem wordt uitgeoefend.

 

Vragen? Maak een afspraak op 050/33.66.03.

Waarmee kunnen wij u helpen?

Bekijk onze specialisaties